Na het opstaan op zaterdag 3 juni alles inpakken, koffie zetten, ontbijten en dan op zoek naar een supermarkt. We vinden er een waar het druk is van mensen, die hun inkopen bij elkaar graaien. Wij doen daar aan mee en zorgen dat we vanavond voldoende te eten hebben. Dan rijden we de stad uit naar Città di Castello met het plan om vanaf een camping daar in twee dagen een stuk terug en vooruit te fietsen. Maar op de plek waar de routeplanner aangeeft ons doel bereikt te hebben is niets te beleven. We rijden dan door en zoeken naar een parkeerplek in de stad zelf. Die vinden we. Het blijkt de gemeentelijke plaats voor campers te zijn, echter zonder alle basale voorzieningen zoals stroom en toiletgelegenheid. We zoeken op ons mobiel naar een dichtstbijzijnde nieuwe plek. Die is er niet in de buurt, dus zijn we gedwongen twee dagen eerder dan gepland al naar Assisi te rijden. Daar komen we even na twee uur aan op camping Village Assisi. We checken in en mogen een plek uitzoeken op de redelijk bezette camping. Van hieruit hebben we een uitzicht op Assisi.
Vanmorgen – zondag 4 juni – en ook gisteravond hebben we geen koffie, maar enkel thee kunnen drinken, want we hebbende laatste week nergens koffiefilters kunnen kopen. In de supermarkt vanmorgen heb ik erom gevraagd, maar de caissière kon niets vinden. Dan maar Nescafé kopen. Op het moment dat ik zo’n pot in de hand heb, zie ik in een ooghoek Melitta-filters staan! Gered! Voor we naar huis gaan genieten we van een lekkere koffie met gebak op een terrasje tegenover. In de middag dwingt de regen ons binnen te blijven en wat te lezen.
De hele nacht heeft het geregend tot in de morgen. Daarom zien we op maandagmorgen af van het plan om vroeg met het campingbusje naar de stad te gaan. Omdat de lucht later wat open trekt, begint het bij ons te kriebelen en besluiten we toch nog rond 12 uur de bus te nemen. We worden afgezet in de buurt van de Basilica di San
Francesco. Deze basiliek met de aanpalende kloostergebouwen werd na de heiligverklaring van Franciscus in 1228 door paus Gregorius IX gebouwd als hoofdkerk voor de Franciscaanse orde. De stoffelijke resten van Franciscus werden in 1230 bijgezet, onzichtbaar voor de pelgrims, uit angst voor relikwie-jagers. Jammer dat we pas na het bezoek aan de beneden- en bovenkerk bij de informatie komen voor een stempel en daar een gids in het Nederlands zien liggen. Zo hebben we te weinig ons kunnen richten op voor ons interessante fresco’s. Alle muren en plafonds zijn er vol mee, met vooral scenes uit het leven van Franciscus. Verder maakt de onrust in de kerk door hele volksstammen volgers van rondleiders en de oppassers, die via de geluidsinstallatie manen tot ‘silentium’, concentratie extra moeilijk. Hadden we maar vanmorgen direct moeten gaan! We waren gewaarschuwd.
Op zoek naar een eetgelegenheid worden we aangesproken door een Amerikaanse, die afkomt op onze schelpen aan de stuurtassen. Zij raakt helemaal ontroerd als ze onze verhalen hoort. Ze is zo bezig met Santiago, omdat haar man volgend jaar vanaf Saint-Jean Pied de Port gaat lopen. Zij wil van alles van ons weten en tot slot moet haar man een foto maken van haar en ons. Helaas vergeet ik een foto van haar te maken.
Op weg naar de Basilica di Santa Chiara, waar Sint Clara begraven ligt, wordt bij het Piazza de Vescovado onze aandacht getrokken door een grote foto van een monstrans en een jongeman. Er zitten binnen een aantal mensen van alle leeftijden, jong en oud, op een bank tegenover een sarcofaag met daarin het lichaam van die jongeman. We vragen ons af wat dat te betekenen heeft, samen met een Nederlands stel, maar komen er niet uit. Later vraagt José in een souvenierwinkel, waar medailles met zijn beeltenis te koop staan, naar uitleg. Het gaat om Carlo Acutis, die op 15-jarige leeftijd is gestorven aan de gevolgen van vergiftiging bij tatoeages. Maar hij hield vast aan zijn geloof in Jezus, Maria en de eucharistie. Hij is nu zalig en wordt zeker heilig verklaard. Op zijn voorspraak is een kind genezen van ontstekingen aan de alvleesklier.
Op dinsdag 6 juni fietsen we tegen 11.00 uur naar de Basilica di Santa Maria degli Angeli. Deze is tussen 1569 en 1679 gebouwd om opvangruimte te hebben voor de pelgrims. Om de ‘Portiunkula’ als hart van de kerk uit te laten komen is de bouw eenvoudig gehouden.
De naam ‘Portiunkula’ betekent een ‘klein stuk’ en slaat op het kleine stukje land waarop de kapel gebouwd is. In deze kapel van de Benedictijnen hoort Franciscus de roep van God om in armoede en als minderbroeder te gaan leven, hier neemt hij de eerste minderbroeders op en hier sticht hij in 1209 de orde van de Franciscanen. Hier ook krijgt Clara van hem het ordekleed, waarmee het begin van de Clarissen wordt gelegd. In het kerkje gaan we even zitten en sta ik stil bij de kracht van één mens om door zijn consequente levenshouding en keuze voor armoede zoveel navolging in zijn omgeving en wereldwijd op te roepen.
Na wat wikken en wegen wat te doen fietsen we over de Romeroute richting Rivotorto. Daar eten we onze boterham bij de kerk. Daarna fietsen we een stuk verder tot in de buurt van Bevagna en keren dan weer huiswaarts.
’s Avonds struikel ik in het donker over een stoepverhoging zonder dat die gemarkeerd is of door verlichting te zien is. Gevolg bloedende knie uit de wond van de val vorig jaar en aan de elleboog en verder voor de komende weken een gekneusde rib.
Op donderdag 8 juni verhuizen we na een rustdag via de E45 naar Agroturismo Orsini in Massa Martana. Daar komen we tegen half twaalf aan. Er komt een man voorzichtig aangelopen, die vraagt of ik Frans versta. Ja, hij vraagt of we een nacht blijven. Nee twee, en dan loopt hij naar achteren en wijst hij waar we kunnen staan, waar het toiletgebouw is en hoe we daar kunnen komen. De prijs is 22 euro per nacht. Inschrijven en betalen kan vanmiddag of vanavond. En weg is hij en wij rijden naar de plek waar een stel met een bus camper staat en een jonge vrouw met een tentje.
We installeren onze camper, pakken de fietsen uit en gaan op pad, een stuk terug fietsen over de Romeroute. Dat wordt een hele onderneming, als je al dagenlang niet veel hebt gefietst en ook nog een aardige beklimming voor de boeg krijgt. We fietsen de route een stuk terug tot in Bastardo. Om te beginnen wordt dit eerst een 6 km klimmen tot soms 5% en daarna voornamelijk afdalen over een 8 km. In Bastardo eten we een kleine hap en drinken er koffie bij. En dan fietsen we terug naar Massa Martana. Vlak daarvoor stoppen we bij kerk en klooster van Santa Maria della Pace. Daar haalt José in de plaatselijke bibliotheek van met moeite een stempel in ons pelgrimspaspoort. Met moeite, omdat de juffrouw die haar ontvangt nog nooit van een pelgrimspaspoort heeft gehoord en met enig wantrouwen uiteindelijk toch maar een stempel zet. Na douche en eten blijven we niet lang meer buiten ivm muggen en dergelijk ongedierte.
Op vrijdag 9 juni gefietst tot een stuk voorbij Montecastrilli en toen weer terug ivm toenemend slecht wegdek (volgens Harry) en haperingen aan de e-bike van José. Dat slecht wegdek werkt negatief op het fietsplezier. In Casteltodono vonden we een bankje in de schaduw om onze koffie te drinken en ons fruithapje te nemen. Lekker, maar waar laat je de bananenschillen? Dan maar achter op de fiets en bij een fotostop maar in het veld geworpen.
Tot zover enkele belevenissen van deze week
José en Harry
Een prachtige tocht, Harry en José. Letterlijk en figuurlijk met ups en downs.
Hoe gaat het met je knie, en je gekneusde rib, Harry?
Dag Stefanie,
Maak je geen zorgen over mijn knie. Gisteren, 14 dagen later, is de korst spontaan van mijn knie gevallen.
En die rib: Ik voel hem bij het liggen af en toe, maar dat wordt ook steeds minder.
Met hartelijke groeten,
José en Harry
Fijn, dat knie en rib geen problemen opleveren mooie tocht toegewenst. Alle goeds!