Santa Eulalia – maagd en martelares

Ontmoeting

Op onze pelgrimstocht van Sevilla naar Santiago kom ik haar tegen, de persoon achter de welluidende naam Eulalia. Eulalia betekent in het Grieks (Ευλαλια): ‘zij die goed spreekt’ (eu = ‘goed’ en lalia = ‘zij spreekt’). Ik herinner me die naam nog uit mijn middelbare schooltijd. Toen was Eulalia de hoofdfiguur in een naar haar genoemde studentikoze opera, een luchtig verhaaltje over liefde en dood in een middeleeuwse Spaanse setting. Hoe anders is de omgeving en het verhaal waarin ik hier en nu met Santa Eulalia kennis maak. Ik ben in Mérida, midden in Extramadura, en staan in een crypte onder de naar haar genoemde kerk. Op deze plek is ze begraven.

Dienstmaagd van Jezus Christus

Eulalia is geboren rond 292 in Augusta Emerita (Mérida) in de toenmalige Romeinse provincie Hispania en daar gestorven op 10 december 304. Haar ouders waren overtuigde christenen en zijzelf werd dan ook christelijk opgevoed. In 304 vervolgde landvoogd Dacianus op bevel van keizer Diocletianus de christenen in deze omgeving. Iedereen die niet wilde offeren aan de Romeinse goden, moest gevangengenomen worden en de doodstraf krijgen. De nog jonge, 12-jarige Eulalia voelde zich uitgedaagd haar geloof te verdedigen. Ze wilde solidair zijn met de vele gelovigen die liever stierven dan het christelijk geloof af te zweren. Ze sloop heimelijk weg van het onderduikadres van haar ouders en meldde zich in het gerechtshof van Mérida bij Dacianus als ‘dienstmaagd van Jezus Christus’. Daar hield zij een vurig pleidooi voor haar geloof en daarmee deed zij haar naam eer aan. Ze beledigde de heidense goden en daagde de autoriteiten uit om haar te martelen door te zeggen: “Isis, Apollo en Venus zijn niets, zelfs Maximianus zelf is niets; ze zijn niets omdat ze met de hand gemaakt worden, en hij, hij aanbidt dingen die door handen zijn gemaakt”. Omdat ze bleef weigeren voor de Romeinse goden wierook te branden, werd zij gefolterd met haken en werden haar bloedende wonden met brandende fakkels bewerkt. Toen zij de pijnen dapper bleef verdragen, zette men haar op de brandstapel. Daar stikte ze in de rook van haar brandend hoofdhaar. Op het moment van sterven kwam er uit haar hoofd een witte duif en werd haar lichaam bedekt door een stevige sneeuwbui.

Feitelijk weten we over Eulalia niet veel meer dan dat zij in Mérida gemarteld werd gedurende de vervolgingen tussen 303 en 305. Niemand twijfelde aan haar bestaan, omdat er in Mérida voorheen een aan de god Mars gewijde tempel stond. Delen van deze tempel uit de 1e eeuw zijn nog herkenbaar in de kerk, die daar na drie eeuwen werd gebouwd. Deze basiliek van Sint Eulalia kan men beschouwen als begin van het christendom in Extramadura. Vóór de kerk van Santa Eulalia staat een kapel, die de ‘Horno de Santa Eulalia’ wordt genoemd. Het Spaans ‘horno’ betekent ‘bakoven’ en is een verwijzing naar de verbranding van Eulalia. In deze openbare en toegankelijke plek kunnen gelovigen dag en nacht Eulalia benaderen en aanbidden.

De jongste van alle martelaren

Begin vijfde eeuw spreekt de Romeinse dichter Prudentius in zijn hymne Peristephanon over een aan Eulalia gewijde basiliek boven haar graf. Er zijn ook latere getuigenissen over haar, zoals in een preek van Sint Augustinus. Van de Franse bisschop Gregorius van Tours kennen we het verhaal over het wonder bij haar graf. Steeds bij de verjaardag van haar marteling bloeiden daar midden in de winter spontaan drie bomen. In de zesde eeuw wordt zij tussen de processie met de bekendste martelaren in de kerk van St. Apolinare Nuevo in Ravenna afgebeeld. In Lotharingen ontstaat in de 9e eeuw op basis van de hymne van Prudentius de ‘Séquence de Sainte-Eulalie’, de eerste literaire tekst binnen het Franse taalgebied.

Die legendes en verhalen over de jonge Eulalia leiden er toe, dat de kerk haar in het jaar 633 heilig verklaart. Haar stoffelijke resten worden over heel Spanje verspreid. Tot de tijd van de ontdekking van het graf van Jacobus is zij de meest gevierde heilige van Spanje en dat is zij als martelares tot op de dag van vandaag gebleven. Haar verering verspreidt zich in Noord-Afrika en in heel West-Europa tot aan Noorwegen en IJsland toe. Door haar relikwieën worden talrijke kerken gesticht. Al snel wordt Mérida een beroemd bedevaartsoord met rond 10 december, haar sterfdag, grote aan haar gewijde feesten. De Orthodoxe kerk viert haar gedachtenis op 22 augustus.

Onder de heiligen wordt Eulalia de jongste van alle martelaren genoemd. Het heiligdom met haar stoffelijke resten was vooral populair in het Spanje van de Visigoten, de periode tussen het uiteenvallen van het Romeinse rijk en de verovering door de Moren. In 780 werden die stoffelijke resten door koning Silo overgebracht naar Oviedo. Daar liggen ze in een zilveren kist, in 1075 geschonken door Alfons VI.

Twee heiligen?

Op veel plekken zijn kerken aan haar gewijd. Zo ook de kathedraal van Barcelona, de stad waarvan zij beschermvrouwe is: de Catedral de Santa Eulàlia. Sinds een beweerde ontdekking van haar graf in de 7e eeuw rusten haar resten in een sarcofaag in de crypte van deze naar haar genoemde kathedraal. Hier wordt ze ‘Santa Eulalia van Barcelona’ genoemd. Waarschijnlijk is zij dezelfde als Sint Eulalia van Mérida, hoewel de mensen in Catalonië het hier niet mee eens zijn. Er zijn veel overeenkomsten, maar ook een aantal verschillen in de verhalen. Ook de meest recente onderzoeken hebben geen helderheid kunnen geven in deze vraag.

Volgens de plaatselijke overlevering was Eulalia een meisje van 13-14 jaar oud. Zij zou zijn gestorven, toen zij na martelingen en een tocht door de straten van Barcelona ten aanschouwen van de omstanders naakt aan een kruis werd geslagen. Dat het op dat moment sneeuwde, werd door de gelovigen uitgelegd als een teken van haar onschuld. De constante aanwezigheid van 13 ganzen in de tuin binnen de kloostergangen van de kathedraal verwijzen naar de 13 martelingen, die uitvoerig worden beschreven, en de 13 levensjaren van Eulalia. Mocht er een keer een gans minder zijn, dan zou dat volgens de legende het instorten van de kathedraal betekenen. De feestdag van Eulalia van Barcelona is 12 februari.

 

Afbeeldingen en patronages

Eulalia wordt afgebeeld als jonge maagd, biddend en door vlammen omgeven. Als attributen heeft zij vaak een kroon, een kruis, een lelie, een boek, een palmtak, een duif, een klein oventje (Eulalia van Mérida) of een (andreas)kruis (Eulalia van Barcelona). Scènes gaan vooral over haar martelaarschap: vastgebonden aan een boom, een brandende toorts in haar gezicht, onthoofding, vuurdood.

Eulalia is patrones van Mérida, van Spanje, van Oviedo, van Barcelona en vele andere plaatsen en kerken binnen en buiten Spanje. Ook is ze patrones van kraamvrouwen, reizigers en zeelieden en wordt zij aangeroepen tegen diarree, dysenterie en tegen ongeluk.

(dit artikel van mijn hand is ook gepubliceerd in “Jacobsstaf” nr. 115 van september 2017, een uitgave van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob)

Reacties zijn gesloten.