Je komt anders terug

Wat doet een pelgrimstocht met een mens? Over de helende werking van de camino.

Wat gebeurt er met mensen die – veelal aarzelend – pelgrimerend op weg gaan? Regelmatig hoor je ze zeggen, dat ze als toerist op pad gingen en dat er gaandeweg een pelgrimsgevoel over hen heen kwam. Bij mijn eerste pelgrimstocht naar Santiago was dat niet anders. Ik had bij voorbaat niet kunnen inschatten wat die tocht bij mij teweeg zou brengen. En na afloop voelde ik me nog niet helemaal thuis en kon ik nog nauwelijks beschrijven wat deze tocht van ruim vijftig dagen met mij gedaan had. Mijn vrouw vertelde mij de eerste weken dat mijn blik anders was dan voorheen.

Wat de weg zal brengen is nog in nevelen gehuld

Een pelgrimstocht werkt

Wat doet een fiets- of wandeltocht met een mens? Van oudsher is een pelgrimstocht een reis naar een plek die een bijzondere betekenis heeft binnen een religie, of naar een plaats die een bepaald ideaal belichaamt. Op die plek kan een heilige begraven liggen of er kan iets bijzonders gebeurd zijn. Zo’n tocht is iets anders dan in de eigen omgeving rondjes om de kerk fietsen of lopen. Zo’n reis naar den vreemde (pelgrim komt van ‘peregrino’ = vreemdeling) biedt een kans te doen wat je thuis niet kunt doen, maar wat wel betekenis kan krijgen voor thuis. Je trekt weg uit de drukte en spanning van alledag en begeeft je in een ritme van beweging. Je ziet af van het volgen van het dagelijkse nieuws of het gespitst zijn op elk signaal van je mobiel. Vrij van haast en gejakker kom je tot rust en ontspanning en komt er gelegenheid tot bezinning en nieuwe ontdekkingen. Je raakt geestelijk als het ware uit tijd en plaats. Zo maakte een jonge pelgrim, met wie ik in een diepgaand gesprek was, toen hij even omkeek, de opmerking: ‘Hé, hebben wij al zo ver gelopen!?’ Eenzelfde uitwerking had mijn dagelijkse fietstocht naar en van het werk ook op mij. Het bevrijdde me van haast en stress en bracht mij rust en bezinning.

Drie stadia

Bij het pelgrimeren gaat het om drie belangrijke fasen. Op de eerste plaats is er het ‘op-weg-gaan’: het loslaten van je werk en van je gezin, de achteruitkijkspiegel wegdraaien en de blik op jezelf richten. Het is ook dingen achter je laten en die letterlijk of figuurlijk ergens laten liggen. Zoals bij het Cruz de Ferro, waar mensen niet alleen een steen of steentje neerleggen, maar ook allerlei lasten van zich afwerpen.

Op de tweede plaats is er het ‘onderweg-zijn’, dat leidt tot transformatie of verandering. Die onderga je al lopend of fietsend. Elke situatie die je tegenkomt is anders. Je ontmoet andere mensen en beleeft gastvrijheid. Je maakt kennis met andere culturen en leert de natuur anders te beleven. En vooral: je komt jezelf tegen. Soms kan daarin sprake zijn van een gevecht tussen je wil en je lijf. Zoals in die dagen dat mijn wil verlangde elke dag de nodige kilometers te maken, terwijl mijn lijf almaar vroeg om rust. Toen ik uiteindelijk naar mijn lijf luisterde en op een dag om twaalf uur stopte, gaf dat onmiddellijk opluchting. En zat ik om drie uur samen met een Engelsman ontspannen aan een pilsje. En de volgende dag sprong ik al bij het eerste hanengekraai op de fiets en kwam ik zomaar terecht in een parochiekerk, juist toen daar de hoogmis begon. Alsof het allemaal zo voor mij geregeld was. ‘Dat is nu de werking van de Heilige Geest’, zo maakte de pastoor mij duidelijk.

Al fietsende leer je relativeren. Wat gisteren was, is van gisteren en wat morgen komt, zien we dan wel weer. In deze fase ben je helemaal in het moment, bij de plek waar je dan bent en bij wat daar gebeurt. Als ik op een morgen net niet word geraakt door een vlak voor mij vallende boomtak, breekt er een flinke huilbui van geluk uit. Dat ik deze tocht zomaar kan en mag maken van mijn vrouw. En tegelijkertijd gaan mijn gedachten naar een zieke vriendin en een tobbende collega, mijn overleden vader en moeder en mijn zo vroeg gestorven zus. Alles in de tijd komt ineens heel dicht bij elkaar.

Op de derde plaats is er het aankomen of de integratie. Op het eindpunt van de tocht stuit je op een grens. De tocht is afgelopen. Je hoeft niet meer te fietsen of te lopen. Nadat je mensen hebt ontmoet, je verbondenheid met elkaar en behulpzaamheid hebt ervaren, je klein hebt gevoeld in de natuur, je bergen hebt beklommen en afdalingen hebt beleefd, vraagt deze plek om een nieuw begin. Het onderweg-zijn heeft je vrij gemaakt van allerlei gedachten en je open gemaakt voor iets anders, de ander of de Ander. Je ontdekt dat het in het leven niet alleen om succes en geslaagd-zijn gaat, niet om wat je bezit of hebt gedaan, maar om wie je bent. Het brengt je tot vragen als: Wat is het geheim van mijn leven? En waarom ben ik er zó, zoals ik ben? Waar ga ik heen? Ook na zo’n tocht blijven die vragen hangen en blijf je zoeken. De weg is nog niet ten einde. Wel is er iets veranderd in je basisgevoelen en dat neem je mee naar huis.

Even pauze – Foto Berry Blommaert

De helende werking van de camino

Door de drukte van het dagelijks leven loopt iedereen kneuzingen op, komt hij meer of minder verwondingen tegen of raakt hij gekrenkt door een onprettig voorval. Niet altijd is men in staat of heeft men de tijd daar een adequaat antwoord op te geven. De wond blijft zitten en de pijn verdwijnt naar de achtergrond. Het lichamelijk onderweg-zijn brengt de pelgrim terug bij zichzelf. De beweging van het lichaam brengt ook de grondlaag van wie de pelgrim is, de ziel of het innerlijk, in beweging. In die zoektocht wordt de pelgrim op de een of andere manier geraakt en staat hij ervoor open geraakt te worden. Dat biedt, gewild of niet, kansen om de verwondingen opnieuw te beleven en te gaan werken aan genezing. Soms zegt hij daardoor eerder dingen aan een ‘vreemde’ dan aan mensen uit zijn eigen omgeving. Zoals die pelgrim uit Nederland, die op weg was naar Jacobus om de tocht met zijn inmiddels overleden vrouw van vele jaren geleden, over te doen. Zijn twee vrienden, die hem nu vergezelden, bleken niets van zijn verdriet te begrijpen. Zo kwam hij op een terras ongevraagd bij mij zitten om zijn verhaal en verdriet met mij, een volledig onbekende, te delen.

De levensweg

De pelgrimstocht is zo een metafoor voor het menselijk leven. De mens is iemand die onderweg is door zijn leven. Hij is reiziger en tijdens die tocht ontmoet hij de wereld, zichzelf, de ander en – soms even – God. Dat beeld van de mens als reiziger – die op pad is, onderweg en dus nog niet thuis – komt in veel godsdiensten voor. Zo noemde Jezus zichzelf de Weg en leerde Boeddha het edele Achtvoudige Pad. Mensen zijn de eeuwen door, in verschillende culturen en streken, op pad gegaan, op zoek naar zichzelf en naar het heilige, naar heil en heelheid. Iets van dat heilzame blijft hangen en het is de kunst om dat vast te houden. Misschien moet je daarom wel regelmatig terug op reis om dit te onderhouden!?

Aan de voet van het ‘cruz de ferro’ 

Jonge pelgrims

Ook jonge pelgrims staan tijdens de Pelgrimstochten voor de Jeugd open voor heilzame momenten. Tijdens de introductieles worden de jonge pelgrims ingeleid in de wereld van pelgrimeren en in persoonlijke belevingen die pelgrimeren kan oproepen. Door te focussen op vragen als: Waar kom ik vandaan? Wie ben ik? Wie wil ik worden? Waar heb ik moeite mee?, zetten we de kinderen op een bepaald spoor. Onder het lopen en met begeleiding van een ervaren pelgrim gaan zij in kleine groepjes bij elkaar op zoek naar antwoorden. Hun reacties kunnen soms heel ingrijpend zijn voor hun eigen verstaan. Zoals die van dat meisje, met wie de leerkracht na de zelfmoord van haar broer al drie maanden tevergeefs contact zoekt. Zij begint na één kilometer spontaan met hem een gesprek over haar broer. En haar moeder vertelt een week later dat ook zij nu eindelijk contact heeft met haar dochter. Wat een bevrijding!

In ons groepje heeft ieder tevoren op een steen in één woord geschreven waar hij moeite mee heeft. Lisa vertelt dat zij last heeft van onzekerheid, dat ze altijd bang is om iets verkeerd te doen. Maar vandaag hebben wij haar kunnen vertellen dat we ook een andere kracht in haar hebben gezien: zij heeft (zo goed als) alleen de hele looproute uitgelezen en ons de juiste weg gewezen? Hoezo onzeker?

(dit artikel van mijn hand is ook gepubliceerd in “Jacobsstaf” nr. 122 van juni 2019, een uitgave van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob; de foto’s zijn – tenzij anders vermeld – door mij gemaakt)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Time limit is exhausted. Please reload CAPTCHA.