Een verrijkende ontmoeting

Het is rustig in de trein naar Amsterdam. Op deze carnavalszondag zijn we onderweg naar een tentoonstelling in het Van Gogh Museum. Aan die rust komt een eind als op het station in Den Bosch een heel gezelschap – op het eerste oog buitenlanders – instapt en alle vrije zitplaatsen vult. Door de vriendelijkheid, waarmee zij vragen of zij bij ons aan kunnen schuiven, ontstaat er snel een gesprek. Het betreft een groep Tibetanen met hun kinderen en een lerares, op weg naar de viering van het Tibetaans Nieuwjaar in Ruigoord.

Met dit Nieuwjaar start voor Tibetanen het jaar van de IJzeren Haas, 2138. Ook in Nederland komt de gemeenschap voor die gelegenheid samen, waarbij de Tibetaanse jongeren (de helft van dit gezelschap) de kans krijgen om zich in hun rijke cultuur te verdiepen. Zij zijn vluchtelingen, die hun vaderland hebben moeten verlaten en er pas terug kunnen als ze eenmaal in het bezit zijn van een Nederlands paspoort.

Vooral voor de ouderen onder hen is het leren van de Nederlandse taal een hele opgave. Toch is er redelijk met hen te praten. Ze vertellen over hun cultuur en de bezetting van Tibet door de Chinezen. Zoals bezetters gewoon zijn te doen, proberen de Chinezen op alle mogelijke manieren de Tibetanen te onderdrukken. Zo krijgen zij voor hetzelfde werk minder loon dan Chinezen. Waar de Chinezen erop uit zijn zoveel mogelijk te vergaren en te pakken, willen de Tibetanen daarentegen voor alles delen. Zij delen hun eten en wat ze hebben met elkaar. “Zelfs mijn sigaret deelde ik altijd met de anderen door die rond te geven.” Dat delen wordt ook hier in praktijk gebracht. Er gaat een zak rond met zelf gebakken koekjes in allerlei vormen. Tegen de tijd dat we Amsterdam bereiken, is die dan ook zo goed als leeg.

Terwijl het gesprek vooral gaat tussen ons en de enige heer in het gezelschap en zijn lerares, zijn de dames bezig met het rechttrekken en bespreken van hun feestkleding, met mooi bewerkte biezen, maar onder de jassen niet echt goed zichtbaar. De sfeer is zodanig en de uitdrukking op hun gezichten zo bijzonder, dat ik vraag of ik foto’s mag maken. Dat mag en zij zijn nadien trots over hoe ze op de foto’s staan. Ik geef hen mijn email-adres en nodig hen uit daarop te reageren, zodat ik hen de foto’s kan toesturen.

Voor we er erg in hebben, komen we in Amsterdam aan. De geplande puzzel niet opgelost en het meegenomen tijdschrift nauwelijks gelezen, maar wel een wereld rijker door deze ontmoeting.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Time limit is exhausted. Please reload CAPTCHA.