Deze week ben ik onverwacht vaak bezig geweest met het evangelie van vandaag. Niet omdat ik op zoek was naar wat ik daar vandaag over zou kunnen zeggen. Maar gewoon omdat het onderwerp zich steeds weer aandiende. Steeds weer zag ik situaties waarin mensen zich genomen voelen, verstrikt raken of geen uitweg meer zien.
Onze jongste zoon wordt op zijn werk aangereden door een heftruck en breekt zijn been. En nu zit hij een paar maanden gedwongen thuis, om de breuk te laten herstellen. En intussen weet hij geen raad met de verloren tijd en energie. En zit hij in over de vraag naar het waarom.
De zoon van vrienden van ons werd enkele jaren geleden op 23-jarige leeftijd getroffen door een herseninfarct. Hij stond toen aan het begin van zijn carrière als gitarist en in de roes van dit beginnende succes. Sindsdien is hij halfzijdig verlamd. En zal nooit meer kunnen doen wat zijn talent was: gitaar spelen.
Een oncologe vertelt in een praatprogramma op tv over de positieve ontwikkelingen in de bestrijding van kanker. Maar ze haalt ook fijntjes aan hoe negatief mensen in de omgeving van de patiënt soms kunnen zijn. Hoe ze na jaren verbaasd naar die persoon reageren, dat hij nog steeds leeft. Het voelt alsof ze hem als het ware dood verklaren.
Ik zie het beeld voor me van die huilende Palestijnse boer aan de rand van Betlehem, machteloos toekijkend hoe zijn hele olijfgaard door bulldozers wordt omgewoeld. Want er moet zo nodig een muur van 9 meter hoog doorheen, om Israel van de Palestijnse gebieden te scheiden. Waar moet hij verder van leven?
Ieder van ons kan zo wel een gebeurtenis noemen, die als een soort aardbeving ons leven in stukken kan gooien: De aankondiging van een ontslag, bedrog of ontrouw in een relatie, het bericht van een ernstige ziekte, het gevoel in de steek gelaten te zijn. Het wordt duister om ons heen. Hoe komen we daar doorheen? Komt het nog ooit goed?
In het evangelie krijgen we vandaag beelden voorgehouden, die ons ook de nodige angst kunnen inboezemen. Ze worden gekoppeld aan het einde der tijden. In de tijd van Lucas begrijpelijk, zo vlak na de verwoesting van de tempel van Jeruzalem. Men dacht toen dat het echt afgelopen was met de wereld.
Maar we horen er direct ook een bemoedigende toon achteraan. Jezus roept zijn toehoorders toen en ook ons nu op, om waakzaam te zijn en de tekenen van de tijd te verstaan. Blijf niet steken in een leven in onzekerheid, spanning en verwarring. Blijf niet steken in klaagzangen en ‘jeremiëren’. Zorg dat je niet afgestompt raakt en je in een strik laat vastzetten. Dan word je een zwartkijker, die alleen maar kijkt naar de werkelijkheid op een te korte termijn.
Dat doe je als je alleen maar bezig bent met materiële dingen, met prestaties leveren of het verzamelen van consumptiegoederen. Dat doe je als je je laat leiden door de zorgen van de dag en op de duisternis gaat schelden. Volgens een oud gezegde is het beter om dan een kaars aan te steken. Op zoek te gaan naar een lichtpuntje. Dat lichtpuntje kun je vinden, als je waakzaam bent, attent, bij de tijd. Attent op elkaar, attent voor de mensen om je heen, attent voor de dingen in de wereld. Blijf met heel je hart bij de tijd. Alleen dan ontstaat er een nieuwe wereld, een nieuwe tijd, toekomst.
Die nieuwe tijd komt er zeker weer voor onze zoon, als hij over een paar weken weer kan rondlopen en rennen.
Die nieuwe tijd is al aangebroken voor de zoon van onze vrienden. Vorige week was hij – vijf jaar na het gebeuren – op de televisie in het programma ‘De Wandeling’. Dankzij zijn vriendin, die hem trouw bleef in zijn strijd, kwam hij weer uit zijn coma en kon hij het leven weer oppakken. Zonder haar – zo biechtte hij op – zou het zeer waarschijnlijk ‘einde verhaal’ zijn geweest. Dank zij haar heeft hij weer zin in het leven gekregen. Met behulp van een stok kan hij zich weer voortbewegen en in zwemmen heeft hij een nieuwe passie gevonden. Op de vraag van de interviewer hoe hij dit leven met beperking vol kan houden, geeft hij als antwoord: “Dat kan ik door naar voren te blijven kijken!”
Die nieuwe tijd breekt ook aan voor mensen met kanker, als zij benaderd worden met de opmerking: “Oh, wat goed dat je nog leeft!”
Die nieuwe tijd kan ook aanbreken voor die Palestijnse boer, als de wereldgemeenschap erin slaagt om de niet-lidstatus van Palestina nu in te zetten voor een duurzaam en vreedzaam met elkaar leven van joden en Palestijnen.
Die nieuwe tijd, toekomst breekt aan als mensen na een ernstig lijden of ziekbed, of zelfs na de dood van een dierbare, kunnen zeggen: “En toch!” Ze gaan dan weer op een nieuwe manier in het leven verder. Net als iemand die herstelt van een ziekte, of zoals Willem na zijn herseninfarct. Als hem gevraagd wordt wie hij zou willen zijn: de popartiest van toen of de Willem van nu? antwoordt hij: De man met de carrière van toen, maar met de persoon die ik nu ben! Voor hem is een nieuwe tijd aangebroken.
Die nieuwe tijd komt er, als wij open staan voor iemand die zo laat zien wat liefde is, wat recht-doen is en wat vrede is, dat wij zelf weer moed en durf krijgen en het de moeite waard vinden om zelf de handen ervoor uit de mouwen te steken. Uiteindelijk gaat het niet om zelfbehoud, om eigen kring, om eigen belang. Eén heeft daarin veel succes gehad tijdens zijn leven. En Hij was daarin zo consequent, dat het Hem zijn leven heeft gekost. Maar uiteindelijk brak met Hem een nieuwe tijd aan. Met Hem is een nieuwe wereld begonnen, een menselijker wereld met meer liefde, gerechtigheid en vrede.
En daar kunnen wij zelf aan bijdragen … in onze gesprekken, in onze levenshouding, in onze zorg voor anderen.
Preek bij Jer 33,14-16 en Luc 21,25-28.34-36 op 1 en 2 dec 2012