EEN DAG VAN AANDACHTIGE RUST
Van Ourense over de N-525 naar Cea en dan door Cotelas, Freas, Pieles en Tanxil naar Oseira.
Tegen half twaalf komen we in Oseira aan met in onze bagage een Pan de Cea van 1250 gram. We konden het onderweg niet nalaten zo’n speciaal brood te kopen. Het zal ons vandaag nog goed van pas komen. In dit dorpje van nog geen 100 inwoners heeft het enige restaurant geen goede naam. Dus houden we het vandaag sober met ons eigen kostje.
We betalen in de winkel bij het klooster de onkosten en krijgen daar ook een stempel. De twee paters zijn allervriendelijkst. Wij kunnen met de hospitalero meelopen naar de albergue elders op het terrein. De hospitalero is een Waal, die goed is in talen, dus ook Nederlands spreekt. Hij blijft hier vier maanden (!). Deze albergue is – zo blijkt later – een stukje van hemzelf. Hij heeft de paters jaren geleden van het idee afgeholpen, dat ze pelgrims in opgemaakte bedden moeten verwelkomen. En gezorgd voor het interieur en voor afbeeldingen op de muur van de albergue.
Samen met Maicek, de Poolse jongeman, die we eindelijk naar zijn naam vragen, en twee Spaanse stellen doen we mee aan een rondleiding door het klooster. Wat opvalt aan dit immense gebouw met drie kloosterhoven: alles is van steen, graniet, en er zijn veel bouwstijlen gebruikt in de loop der jaren. De muren zijn een meter dik! Er ligt ook een verzameling stenen met gaten erin. Alles bij elkaar meerdere kilometers lang. Deze zijn afkomstig van de waterleiding, die hier in de zeventiende eeuw in het hele klooster is aangelegd. Er zijn stenen voor het schone water en andere voor de afvoer van gebruikt water. Er is zelfs een toiletpot uit steen te zien.
In de avonduren nemen we deel aan de vespers en de eucharistieviering in het klooster. Een stukje rust die past bij de gesprekken met de gastvrije hospitalero.