De proloog van onze pelgrimstocht van Amsterdam naar Rome zit er op. Van 25 tot 29 april zijn we per fiets via Weesp, Hilversum, Amersfoort, Veenendaal, Nijmegen, Wanssum en Tienray naar huis gekomen.
Woensdag 25 april
Na een interessante lezing door Thomas Quartier gisteravond over overeenkomsten en verschillen tussen een klooster en een parochie en wat die voor elkaar kunnen betekenen, beginnen we vandaag aan onze pelgrimstocht. Voor we goed en wel bij Ommel zijn krijgen we een fikse regenbui over ons heen. De treinreis vanaf Deurne verloopt voorspoedig tot aan Utrecht. Vanwege een storing verderop rijdt onze trein niet verder en moeten we uitstappen. Datzelfde geldt een kwartier later ook voor een volgende trein, omdat zich er teveel reizigers in hebben gepropt. Uiteindelijk vertrekt er toch een trein naar Bijlmer-Arena.
Vandaar gaan we per fiets naar de Nicolaasbasiliek om daar onze eerste stempel te halen. Omdat het tochtig koud is in de stad, vertrekken we na een kop koffie in een nabijgelegen café op tijd richting Weesp en Woudenberg voor onze eerste overnachting.
Donderdag 26 april
Vandaag krijgen we een mooie tocht langs de diepe Spiegel- en Blinkpolderplas met een sterke golfslag en verderop langs de bijna stille Ankeveense Plassen. Ten noorden van Hilversum gaan we door een bos- en heidegebied Daar vinden we een bankje en eten we in de warme zon onze middagboterham. Die zon kunnen we wel gebruiken, want er staat een koude stevige wind uit het westen.
In Amersfoort ontdekken we een heel andere stad dan we doorgaans bij studiedagen hebben gezien. De Lange Jan, de bijnaam voor de Onze Lieve Vrouwe Toren, maakt met z’n 100 meter indruk. De bijbehorende kerk werd in 1787 in handen van de protestanten door een explosie verwoest. Het beeld van Maria op de kolossale toegangsdeur, de zogenaamde Pelgrimsdeur, heeft te maken met een eeuwenoude legende over een meisje dat in 1444 een pijpaarden Mariabeeldje in de gracht zou hebben gegooid. Ze vond het te lelijk om cadeau te doen aan moederoverste van het Agnietenklooster, waar ze wilde gaan werken. Een ander meisje vond later, na drie visioenen waarin Maria haar vroeg het beeldje op te vissen, dit ongeschonden terug en toen begonnen bij haar thuis de wonderen. De kaarsen bij het beeldje brandden niet meer op. Toen haar biechtvader het beeldje meenam naar zijn kapel kwam er in Amersfoort een bedevaart naar “Het wonder van Amersfoort” op gang.
Terwijl José bij een supermarkt boodschappen doet en ik op onze fietsen pas, sta ik in een mum van tijd tussen drie kibbelende volwassenen en twee leden van handhaving en een grote groep nieuwsgierige jongeren. De vechtersbazen zijn zojuist door de beveiliging uit het winkelpand gezet en zijn het allerminst met elkaar eens over wat is voorgevallen. De een na de ander laat zich uiteindelijk wegsturen.
Dan fietsen we strak richting Veenendaal en wanneer we ontdekken dat we er aan voorbij dreigen te gaan, zijn het nog zes kilometer eer we ons overnachtingsadres aan de andere kant van de stad hebben bereikt. Daar worden we hartelijk ontvangen door Aat en Nicole. Na twee uur wachten worden de bij een tweede pizzaleverancier door ons bestelde pizza’s wel bezorgd en kunnen we eindelijk rond negen uur gaan eten.
Vrijdag 27 april 2018
Vanaf half zes word ik regelmatig wakker van luid knetterende brommers veraf en soms dichterbij, zelfs door het gangpad achter de huizen. Aat vertelt ’s morgens dat het een oud gebruik is om mensen op Koningsdag wakker te maken. Als wij vertrekken zijn Aat en Nicole al naar hun koningsmarkt. Tegen half elf worden we in Bennekom door Riet, een zus van José, hartelijk ontvangen met luxe oranje tompoucen. Na een lekkere kom soep met groenten van de Voedselbank fietsen we weer verder richting Opheusden. Vanaf Dodewaard gaat het met afwisselend zon en wolken verder over de Waalbandijk langs de Waal.
De knotwilgen aan de oever van de Waal met op de achtergrond de brug met de A50 nodigen uit tot enkele foto’s. In Oosterhout zoeken we tevergeefs voor een kop koffie naar een café. Dan maar door naar Nijmegen, waar we ondanks de drukke Koningsdagfeesten een zonnig terras vinden voor koffie en een lekker avondbroodje. Tegen negen uur bellen we aan bij Jasper en Judith in Beek om daar te genieten van een ongelooflijke nachtrust. En krijgen we een oranje soesje bij de koffie. Voor ons is Koningsdag nu voorbij.
Zaterdag 28 april
Het ontbijt wordt op onze zolderkamer geserveerd. Met wat boodschappen bij de plaatselijke supermarkt, bakker en slager zijn we verzekerd van voldoende voedsel voor vandaag. Terug in Nijmegen bekijken we het stadhuis uit 1554 met onder de dakgoot de zeven deugden, waaraan stadsbestuurders zouden moeten voldoen. Verderop treffen we de St.Stevenskerk uit de dertiende eeuw helaas gesloten. Maar … dan zien we een deur openstaan en is de beheerder maar al te bereid ons van een stempel met het zegel van de Nijmeegse kerk te voorzien. Op de kapitelen van de ertegenover liggende Latijnse school staan de apostelen (met slechts één Jacobus!) afgebeeld.
Bij het zoeken naar een watertappunt vraag ik aan twee vrouwen met een kind in de wandelwagen waar hier een watertappunt is. “Het zou in de buurt van McDonald’s zijn”, zeg ik. Het manneke in de wandelwagen mengt zich direct in het gesprek en zegt: “Bij McDonald’s; daar mag ik niet komen!”. Daarop troost ik hem met: “Ik ben er ook nog nooit geweest!”. Het tappunt hebben we overigens niet gevonden!
We verlaten de stad via de Waalkade en fietsen met de wind in de rug over dijken door de Klimpolder richting Ooij. Onderweg drinken we koffie in een tochtig oud transformatorgebouw. Daarna fietsen we bijna ongemerkt Duitsland in over een door struiken omzoomde weg met opvallend veel fluitende vogels. In het centrum van Zyfflich houden we een picknick en genieten we van de inkopen van deze ochtend. De route lijkt van richting te veranderen, want de tegenwind gaat steeds meer meespelen. Als we dan op het rechte stuk langs het Reichswald ook nog eens te maken krijgen met vals plat, worden onze spieren flink op de proef gesteld. In Gennep zijn we dan ook toe aan koffie en laten we ons verleiden tot een heerlijk stuk huisgemaakte appeltaart. Met werkelijk een bijzondere smaak aan het deeg. We vragen de juffrouw waar die smaak vandaan komt. Even later komt ze met het antwoord: “Er zit kaneel in!”. Alhoewel we tevreden zijn met dit antwoord, realiseren we ons even later op de fiets, dat dat te maken moet hebben met de appels en niet met het deeg. We zijn dus nog niets wijzer.
In Nieuw-Bergen zoeken we naar het huis waar ik in mijn stagetijd tijdens mijn theologie-opleiding bijna twee jaar heb gewoond. De huidige bewoner is verrast mij te herkennen en staat er op dat we een keer langs komen. Wij zijn verrast hoe de Maasduinen er nu bijliggen en hoeveel zand hier is afgevoerd sinds de zeventiger jaren. Eenmaal over de Maas in Wanssum ontvangen Toos en Piet ons gastvrij en krijgen we gelegenheid de zojuist gekochte maaltijdsalade in hun woonkamer op te eten. Het samen koffiedrinken begint met het journaal en gaat gaandeweg over naar aandacht voor de omgeving en voor mensen die we over en weer wel of niet kennen.
Zondag 29 april 2018
Het was gisteravond al aangekondigd: vandaag zullen we het niet droog houden. We zijn amper Wanssum uit of de aarzelend vallende druppels gaan over in een stevige regenval. Bij ons eerste doel van vandaag, de kerk van de Mariabedevaartplaats Tienray, besluiten we de tocht richting Kessel te laten vervallen en rechtstreeks naar huis te koersen.
Maar eerst de kerk. In mijn kinderjaren ben ik hier vaker te voet geweest, samen met mijn vader. We zaten dan in de kerk met voor ons een Lourdesgrot met daarop de mededeling dat de paus in 1887 Tienray tot Klein-Lourdes had betiteld, compleet met aflaten. Nu is die grot wel enorm groter gegroeid en beslaat die een hele wand. We maken wat foto’s en zoeken via de routeplanner een korte route naar Asten. En zo fietsen we even later in rustig vallende regen zo’n veertig kilometer over veelal binnenwegen naar Asten. Tegen twee uur komen we daar aan.
Zondag 6 mei 2018
De proloog zit er op. We mogen zeggen dat die geslaagd is. We hebben de route samen afgelegd en ervan genoten om samen op weg te zijn. Ook hebben we alle weersomstandigheden goed doorstaan, zeer verschillende landschappen mogen beleven en kort enkele steden bezocht. We kunnen vol vertrouwen straks aan de definitieve tocht beginnen.
Maar voor we dat doen, fietsen we vandaag naar Deurne om daar in de St. Willibrorduskerk bij pastoor Paul Janssen de pelgrimszegen te halen. Hij begint met een citaat uit zijn preek van zojuist: “Zoals een druppel valt in het water en het water in beroering brengt, zo raakt een verhaal een mens en brengt hem in beweging.” Dan vertelt Paul dat wij ooit ook geraakt zijn door verhalen, die ons op weg hebben gezet. Nu gaan we weer opnieuw op weg, niet naar Santiago, maar naar Rome, ook een belangrijke pelgrimsplaats. Voor die reis wil hij ons de zegen geven. Die gaat over zon en regen. Buiten schijnt de zon en hierbinnen krijg je dadelijk van mij het water over je heen. En dan zingt Paul: “Dat de weg je tegemoet mag komen, met de wind steeds in je rug. Dat de warme zon jouw gezicht beschijnt. Dat de regen heel zachtjes zal vallen op je veld en dat, tot we elkaar weer zien, God jou zal dragen in de palm van zijn hand.” En dan worden José en ik rijkelijk besprenkeld met wijwater. De mensen in de kerk sluiten hierbij aan met applaus. Daarna krijgen we veel goede wensen en wordt ons vooral een behouden terugkomst toegewenst. Daarna fietsen we in mooi en zonnig weer naar huis. We hebben nog veel voor te bereiden, willen we op 14 mei vertrekken.