Door mijn pelgrimstocht in 2006 per fiets naar Santiago de Compostela ben ik enthousiast geraakt voor alles wat met pelgrimeren te maken heeft. Het brengt je tot een leven met aandacht voor jezelf, de ander en de wereld. Rond Vessem in de Kempen loopt al meer dan vijf jaar met veel succes het project PELGRIMEREN VOOR DE JEUGD, bedoeld voor de groepen 8 van het basisonderwijs. In de voorbije jaren heb ik daar als begeleider van een groepje leerlingen een aantal keren aan mee mogen doen.
De laatste keer – in september 2014 – heb ik mogen meelopen met een groep van vijf meisjes. Ondanks (of juist door?) het verdriet van een van hen in verband met een ongeluk van haar broer groeide dit uit tot een hecht clubje. Tot twee maal toe kwamen ze mij een veldboeket aanbieden. Eén keer heb ik hen geadviseerd hun lieve juffrouw daarmee te verwennen en de tweede keer het boeket aan de gastvrouw in Kafanaüm te geven. Ze waren in een creatieve bui en maakten tussendoor spontaan het volgende liedje op de bekende maat:
“Zo gaat ie goed, zo gaat ie beter,
Alweer een kilometer.
Al struikel ik over een veter,
Het gaat steeds beter.
Harry die is cool
Dat is wat ik bedoel
Hij voelt zich net een olifant
Die brengt ons naar de overkant
Nu gaan we verder lopen
En laten we het verder open.”
Doel van het project is de jeugd via een dagprogramma te stimuleren om pelgrimsroutes te lopen. Daarbij komen zij in aanraking met natuur, cultuur, religie, spiritualiteit, pelgrimssfeer, ontmoetingen, weersomstandigheden, zoeken naar onderdak, eten en drinken (back to basic), voorspoed en tegenslagen. En doen zij voor even afstand van presteren, een “rol” spelen, computer, televisie, mobiele telefoon, e.d. Ik zie het als een mogelijkheid de jeugd in aanraking te brengen met deze wezenlijke aspecten van het leven. De jeugd komt dit in de dagelijkse werkelijkheid weinig of niet tegen. En volwassenen hoor je alom aangeven deze in hun leven te missen.