De haat tegen het westen

DE HAAT TEGEN HET WESTEN

Een verontrustende eye-opener

In de voorbije adventsweken heb ik tijd gemaakt om het laatste boek van Jean Ziegler, ’De haat tegen het Westen. Het verhaal van de economische oorlog tussen arme en rijke landen’ (Uitgeverij Balans) te lezen. Het boek geeft inzicht in de hedendaagse verhoudingen in de wereld, waarbinnen een klein groepje rijken steeds rijker wordt en de grote groep armen steeds armer. Als je je alleen al realiseert dat er tegenover iedere dollar, die arme landen in de vorm van ontwikkelingshulp ontvangen, vijf dollars staan, die arme landen voor de afbetaling van schulden moeten overmaken, dan is deze ontwikkeling te verklaren. Deze situatie dwingt veel landen prioriteit te geven aan het aflossen van de schulden ten koste van investeringen in noodzakelijke voorzieningen als onderwijs en gezondheidszorg. En dat is koren op de molen van mensen en groepen, die steeds meer slachtoffer worden. Hadden ze maar een molen!

Jean Ziegler beschrijft de geschiedenis van een vijfhonderdjarige overheersing van de wereld door westerlingen en blanken (terwijl nu slechts 13% van de wereldbevolking blank is). Denk maar aan de verovering van het Amerikaanse land van de indianen, de slavenhandel vanuit Afrika, het weghalen uit de landen in het Zuiden van rijkdommen in de koloniale tijd en het hedendaagse gebruik van grondstoffen en goedkope arbeidskrachten uit het Zuiden ten dienste van onze eigen levensstandaard. Hierin spelen wereldbedrijven, gestuurd door geldverschaffers en aandeelhouders en veelal gesteund door democratische regeringen in het westen, een hoofdrol.

In een tweede deel geeft de schrijver twee voorbeelden over hoe de haat wordt aangewakkerd en hoe die kan worden omgezet in een positieve ontwikkeling. Het eerste speelt op het Afrikaanse continent in Nigeria. Dat land bezit een van de grootste en meest zuivere oliebronnen ter wereld. Daarmee zou het een rijk land kunnen zijn. Echter, Nigeria zit in de tang van oliemaatschappijen (niet alleen Shell), locale corruptie en zwakte van wereldorganisaties. Alles bij elkaar een weinig rooskleurig toekomstbeeld voor haar bewoners! En een goede grond voor het zaaien van haat.

Een positieve ontwikkeling heeft zich voorgedaan in Bolivia. Daar is in 2006 voor het eerst een Indiaan president geworden, Evo Morales. Hij is niet een als Indiaan vermomde blanke intellectueel, maar een boerenjongen die zelf honger heeft gekend. In de eerste zes maanden van zijn presidentschap heeft hij 221 van de grootste buitenlandse bedrijven in zijn land genationaliseerd. Mijnen, gas, olie: hij zorgde met hulp van o.a. de Noorse overheid ervoor dat ze allemaal in het bezit van de bevolking, de staat, kwamen.

Met het Boliviaanse verhaal komt volgens Ziegler iets van wat hij in zijn boek het collectieve geheugen van de mensheid noemt, aan de winnende hand. Mensen zijn eeuwenlang structureel van hun eigen land en gebruiken vervreemd. Het zal nog veel kracht vragen om dit proces voort te laten gaan. Want de tegenstroom is nog lang niet gedempt. Immers, het zijn de structuren van onderdrukking, zowel de materiële als psychische, die de mensheid in hun greep houden. De westerse wereldorde is toe te schrijven aan structureel geweld. Er is nog een wereld te winnen.

Alles bij elkaar een lezenswaardig boek (door de vele feiten en anekdotes). Ook een openbarend boek (want weinig daarover komt er bij ons in het nieuws). Het is niet erg vleiend over onze wereldsamenleving, waar wij aan de betere kant van de grens tussen arm en rijk staan. Willen we die grens in stand houden of slagen we erin muren te slechten en te komen tot een leefbare wereld voor iedereen?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Time limit is exhausted. Please reload CAPTCHA.