Het heilig jaar 2021 in Santiago de Compostela

WAT IS DAAR BIJZONDER AAN? 

Na een lange reis voor het eerst de kathedraal van Santiago binnengaan is voor iedere pelgrim een onvergetelijk moment. Maar het is nog specialer als je dat binnengaan in de kathedraal kunt doen door de Heilige Deur. Deze is alleen open in een Heilig Jaar, in Santiago weer in 2021.

Wortels in Joodse traditie

Het Heilig Jaar is een rooms-katholieke viering die wortels heeft in de Joodse traditie. Volgens de Wet van Mozes moest elk vijftigste jaar een zogeheten Jubeljaar gevierd worden (zie Leviticus 25,8-17). Dat Jubeljaar volgde op elk zevende sabbatjaar en is dus elk vijftigste jaar. De naam is afkomstig van het Hebreeuwse woord ‘jobel’, dat ram(-shoorn) betekent. In dat jaar moesten schulden worden kwijtgescholden, geleende zaken worden teruggegeven en slaven worden bevrijd. Het land moest braak blijven liggen en de grond weer terugkomen in de handen van de oorspronkelijke eigenaren. Alle schulden werden kwijtgescholden. Het was een jaar van verzoening, zowel tussen mensen onderling, als tussen de mens en zijn God. Voor zover bekend, is het jubeljaar nooit in de praktijk gebracht. Op den duur kreeg het een symbolische functie en werd het gezien als beeld van de komende heilstijd.

Ontstaan van Heilig Jaar

Het Heilig Jaar ontstaat in de middeleeuwen, in eerste instantie in Rome. Vanaf de tiende/elfde eeuw werden steeds vaker heiligenbeelden in processies rondgedragen en relikwieën van heiligen onder grote toeloop van gelovigen ook buiten de kerken getoond. Die massale toeloop tijdens deze zogenaamde Jubilees had te maken met het feit dat men het bidden in de buurt van relieken als werkzamer zag. Bovendien, niet geheel onbelangrijk, kon men er vaak aflaten mee verdienen. Een aflaat is een kwijtschelding van tijdelijke zondestraffen. In Rome kon men met het bijwonen van een Jubilee zelfs een volledige kwijtschelding van alle zonden verdienen. Hiervoor diende men wel eerst te gaan biechten en de penitentie te volbrengen, waarbij een oprecht berouw van belang was.

In het begin had men voor deze religieuze feesten geen vaste tijd. Ook de bepalingen voor het verkrijgen van de aflaat wisselden en werden door de eeuwen heen steeds uitgebreider. De pausen beslisten daar zelf over. In het begin was een bezoek aan de Sint-Pietersbasiliek en aanwezig zijn bij het tonen en zegenen met de reliek van de Zweetdoek van Veronica een verplichting. Later kwam daar de eis bij om de vier belangrijkste kerken van Rome te bezoeken bij.

Het oudst bekende Romeinse Jubilee wordt op 1300 gedateerd. Aanvankelijk had men het plan dit bij elke eeuwwisseling te doen, maar het bleek zo’n (ook financieel en zakelijk) succes dat men het in 1350 al weer vierde. En vanaf de vijftiende eeuw vierde men iedere 25 jaar een Heilig Jaar.

Traditie van de Heilig Deur

In deze tijd ontstond tevens de gewoonte van het openen en het sluiten van een zgn. Heilige Deur, een traditie die al snel door meerdere bedevaartsplaatsen werd overgenomen. Wie als katholieke pelgrim tijdens een Heilig Jaar door de Heilige Deur de basiliek betreedt, kan een volle jubileumaflaat verdienen, mits men ook biecht, de mis bijwoont en te communie gaat.

Voor de opening en sluiting van de Heilige Deur bij begin en einde van een jubeljaar werd een speciaal ritueel ontwikkeld. Bij de opening verbreekt de paus, met een speciale hamer het zegel, dat aan het einde van het vorige jubeljaar was bevestigd, en wordt de muur opengebroken. Hij spreekt dan onder meer de woorden: ‘Aperite mihi portas iustitiae’ (Open voor mij de poorten der gerechtigheid), genomen uit psalm 117. Het is als het binnengaan in Gods genade en gerechtigheid, waarvan Jezus in Joh 10,9 zegt: “Ik ben de deur; wie door mij binnengaat zal gered worden.” Aan het einde van het jubeljaar wordt de deur weer dichtgemetseld en plechtig verzegeld.

Ingang naar de Heilige Deur vanaf Plaza de la Quintana

Heilig Jaar in Santiago

Ook in Santiago wilde men zo’n Heilig Jaar invoeren. In officiële stukken wordt ervan uitgegaan dat de traditie van het Heilig Jaar in Santiago in 1126 begon. Paus Calixtus II zou dat rond 1122 (het jaar waarin toevallig de laatste steen van de kathedraal van Santiago werd geplaatst) hebben bepaald. In 1178 zou deze traditie door paus Alexander III in zijn bul ‘Regis Aeterni’ tot eeuwigdurend voorrecht worden bestempeld, gelijk aan het voorrecht van Rome en Jeruzalem. Echter, deze bul van Alexander III is een vervalsing uit ongeveer 1500. De praktijk van Heilige Jaren in Santiago kan pas vanaf de 15e eeuw worden bewezen. De eerste aanwijzingen zijn vergunningen van de Engelse kroon voor scheepspassages naar Santiago: Voor de eerste keer in het Heilig Jaar 1428 voor 916 pelgrims en in 1434 voor 2310 pelgrims, die naar Spanje mochten oversteken.

Het hoogtepunt van het Heilig Jaar in 1479 was de bedevaart van de katholieke koningen Isabella van Castilië en Ferdinand II van Aragon. Na een terugval in het begin van de 19e eeuw herleefde de bedevaart naar Santiago in het Heilig Jaar 1885, nadat paus Leo XIII een jaar eerder de authenticiteit van de gevonden beenderen van de apostel had bevestigd.

In de 20e eeuw nam de toestroom vooral toe, nadat generaal Franco de apostel in 1937 opnieuw had aangewezen als de nationale heilige van Spanje. Sindsdien is de ‘Ofrenda al Apóstol’, een offer van het Spaanse volk aan het kathedraalkapittel door het staatshoofd of een lid van de koninklijke familie, een van de hoogtepunten van de festiviteiten. Johannes Paulus II was in 1982 de eerste paus die Santiago bezocht ter gelegenheid van een Heilig Jaar.

Porta do Perdón

De Heilige Deur vanuit binnenzijde van de kathedraal

Ook de kathedraal van Santiago heeft een Puerta Santa of Porta do Perdón (Galicisch voor Deur van Vergeving) genoemd. Deze deur wordt alleen geopend bij het begin van de plaatselijke jubeljaren. Dat zijn de jaren waarin 25 juli, de feestdag van Sint Jacobus, op een zondag valt. Het ritme waarin de jaren elkaar opvolgen is elf, zes, vijf, zes, elf enzovoorts. In het laatste Heilig Jaar 2010 bezochten ruim 9 miljoen mensen Santiago onder wie 272.000 pelgrims. Het volgende Heilig Jaar na 2021 is in 2027.

De Heilige Deur bevindt zich aan de oostkant van de kathedraal en is vanuit het Plaza de la Quintana, een voormalige stadsbegraafplaats, te bereiken. Om de ingang staat sinds 1611 een vroege barokke veranda, met bovenaan in drie nissen de pelgrimsbeelden van Sint Jacobus en zijn leerlingen Athanasius en Theodorus. Links en rechts van de poort bevinden zich 24 bijbelse figuren, profeten en apostelen – 24 wijzen -, vervaardigd in het atelier van Maestro Mateo. Het ijzeren hek in de poortopening geeft toegang tot een binnenhof. De Heilige Deur aan de andere kant van de binnenhof is in de absis van de kathedraal achter het hoofdaltaar te zien. Na het Heilige Jaar van 2004 is er geen nieuwe muur meer ingebouwd, maar werd er een bronzen deur geplaatst met daarop zes afbeeldingen uit het leven van Sint Jacobus. Er wordt wel nog een muur gemetseld, zodat die tijdens de opening kan omvallen. Ben je bij de opening (op 31 december 2020), dan kun je ter herinnering aan dit bijzondere moment nog een tastbaar stukje van de muur meenemen.

 

(dit artikel van mijn hand is ook gepubliceerd in “Jacobsstaf” nr. 128 van december 2020, een uitgave van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob; de foto’s zijn door mij gemaakt)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Time limit is exhausted. Please reload CAPTCHA.